Wat gebeurt er precies in je brein als je gokt? En waarom stop je niet als je verliest? Onderzoekers van het Donders Instituut van de Radboud Universiteit zijn een baanbrekend onderzoek gestart om antwoord te vinden op deze vragen. Om te ontdekken hoe de hersenen van gokkers werken, leggen de Nijmeegse wetenschappers gokkers en niet-gokkers in de MRI-scanner. Terwijl ze in de scanner liggen moeten de proefpersonen diverse gokspelletjes spelen.
Ook krijgen beide groepen –gokkers en niet-gokkers - een pil toegediend die effect heeft op de lichaamseigen stof dopamine. Dopamine is een neurotransmitter die werkt op het centrum in de hersenen dat belangrijk is voor het ervaren van beloning en verlies. Uit het onderzoek zou bijvoorbeeld kunnen blijken dat gokkers minder gevoelig zijn voor verlies en juist gevoeliger voor winst.
Het onderzoek is nog in volle gang en de wetenschappers zijn nog op zoek naar gokkende mannen, die overigens geen gokverslaving hoeven te hebben. Dat het mannen moeten zijn is geen discriminatie, maar mannen gokken nu eenmaal meer dan vrouwen. Daarnaast verschilt de hormoonhuishouding van mannen en vrouwen, wat het onderzoek zou kunnen vertroebelen.
Uit een ouder onderzoek is al gebleken dat gokken zorgt voor veranderingen in de hersenchemie waardoor je wilt blijven doorgaan met gokken, zelfs als je veel geld verliest. Op het moment dat een gokker de resultaten van zijn poging om te winnen afwacht, scheiden de hersenen namelijk meer dopamine af. De uitkomst van de gok is dan nog onbekend.
Van dopamine is bekend dat het samenhangt met verslavingen. Zo zorgen bepaalde drugs en nicotine ook voor toename van dopamine in de hersenen. Maar ook onschuldige activiteiten, zoals verliefd worden en lichaamsbeweging leiden tot afgifte van dopamine. Het werkt als een soort van beloning. Wanneer bepaald gedrag leidt tot een toename van dopamine, is de kans groot dat je dit gedrag gaat herhalen.











